Wilde ijsberen en honingberen leven in delen van de wereld waar de leefomstandigheden als extreem kunnen worden beschouwd. IJsberen leven in noordelijke Arctische gebieden, waar de temperatuur het grootste deel van het jaar vaak ver onder nul graden Celsius ligt. Honingberen leven in tropisch Zuidoost Azië met gemiddelde temperaturen van rond de 28 graden boven nul en bijna 100% luchtvochtigheid. Beide beersoorten worden in het wild bedreigd door klimaatverandering en vernietiging van hun leefgebied.
IJsberen en honingberen worden in veel dierentuinen over de hele wereld gehouden. Beren in gevangenschap worden het hele jaar door blootgesteld aan andere buitentemperaturen dan waarvoor ze zijn ‘gebouwd’ en gewend zijn, in het wild. In gevangenschap wordt de bovengrens van de temperatuur van ijsberen en de ondergrens van de honingberen vaak overschreden. De effecten hiervan op de stofwisseling van de soort zijn tot nu toe nauwelijks onderzocht. Deze studie van de Universiteit van Köln, gefinancierd door Bears in Mind tussen 2010-2012, onderzocht welke gedrags- en autonome mechanismen voor thermoregulatie beschikbaar zijn voor de beide soorten, om te onderzoeken in welke mate gedragsregulatie een aanvulling vormt op fysiologische mechanismen om het energieverbruik te minimaliseren. En om het bereik van de thermoneutrale zone voor de betreffende soort te bepalen. Het onderzoek vond plaats in verschillende Europese dierentuinen tijdens zomer- en wintermaanden.