Dit project werd financieel ondersteund tussen 2005-2007. Een aantal lokale gidsen werd getraind om te paard omliggende dorpjes af te gaan en de boeren te interviewen. Op die manier inventariseerden zij het aantal aanvallen van een beer op vee. Er werd in dit project bewust gekozen voor lokale gidsen; zij kennen de boeren en dat maakt de kans op medewerking groter. Onderzoekers van buitenaf zouden veel meer moeite hebben om alle informatie boven tafel te halen. In totaal zijn in zeventien dorpjes 65 mensen geïnterviewd. Daaruit kwam naar voren dat er zich sinds 2000 slechts 83 incidenten met koeien hebben voorgedaan. Bij de helft hiervan gaat het om een aanval van een brilbeer, bij een derde van de gevallen zijn koeien verdwenen (waarschijnlijk gestolen) en in de overige gevallen zijn het ongelukken waarbij koeien bijvoorbeeld op de hellingen zijn uitgeleden en moesten worden afgemaakt. De beer is dus verantwoordelijk voor de helft van de slachtoffers. Gelukkig zijn de boeren in de meeste gevallen economisch niet afhankelijk van hun (kleine aantal) koeien, wat de schade uiteindelijk weer beperkt. Het totale aantal incidenten is niet hoog. Veel van de incidenten vinden plaats bij vee waar geen koeienhoeder bij is. Dat maakt het moeilijk om voldoende, goede informatie te verzamelen.
In Venezuela worden de gegevens gebruikt voor het opstellen van een nationaal beheersplan voor de brilbeer. Er is ook contact met omringende landen, waar men met dezelfde problemen kampt. Het is belangrijk om ervaringen te delen, aangezien de gevolgen van de conflicten er de afgelopen 30 jaar voor hebben gezorgd dat de berenpopulatie in Venezuela drastisch is afgenomen. In Ecuador werkt men aan een vergelijkbaar onderzoek.