Home > Natuurbescherming

Het onderzoeksgebied van dit project (gesteund door Bears in Mind tussen 2003-2009) bevind zich in het dorre ecosysteem in het uiterste zuidoosten van het land. Historisch gezien gebruikten beren in het oostelijke deel van Georgië migratieroutes van de Grote Kaukasus (Lagodekhi-reservaat) in het noordoosten, naar het Lori-plateau (Vashlovani National Park) in het zuidoosten van Georgië.

De populatie in Vashlovani Nationaal Park werd tijdens dit onderzoek geschat op ongeveer 10 individuen en aangezien de regio tussen het Lori-plateau en de Grote Kaukasus een groeiende verstedelijking heeft gezien in de afgelopen decennia, is de oude migratieroute mogelijk uiterst beperkt of zelfs niet langer functioneel. Deze suggestie moet worden onderzocht door middel van caremeraval- en sporenonderzoek. Dit is belangrijk omdat als er geen genetische uitwisseling is tussen de kleine populatie in het dorre ecosysteem van Vashlovani en de aanzienlijk grotere populatie van de Grote Kaukasus. Indien geïsoleerd, zal de populatie van het Lori-plateau als ernstig bedreigd moet worden beschouwd, wat speciale beschermingsmaatregelen vereist.

Individuele beren zullen worden geïdentificeerd door middel van cameravallen en hun dagelijkse activiteiten zullen worden geanalyseerd. De leefgebieden van de beren zullen worden bepaald adhv intensieve monitoring door middel van radio-tracking-methode. GPS-locaties worden genomen van berensporen (pootafdrukken, uitwerpselen, markeringen, holen en de locatie van individuele beren). Alle gegevens worden geanalyseerd in GIS. Home ranges van beren zullen worden geïdentificeerd, evenals overlappende leefgebieden tussen individuele territoria. Analyseren van cameravalfoto’s is zeer succesvol gebleken en er zijn verschillende beren en andere dieren gefotografeerd. NACRES heeft gegevens van 3.700 cameravaldagen met daarin 65 berenfoto’s verzameld. Ze verzamelden ook ongeveer 354 foto’s van andere soorten zoals: wolf, luipaard, lynx, jungle kat, wild zwijn, stekelvarken, wilde kat, haas, das en zelfs een steenarend. Luipaard-, lynx-, junglekat- en stekelvarkenfoto’s waren het meest interessant omdat ze voor het eerst op de foto in Georgië werden gezien. Ook kregen twee beren een radiohalsband, waarvan er helaas één werd gestroopt.

NACRES volgt de beren en andere carnivoren en hoefdieren continue in diverse onderzoeken via hun beschermingsprogramma’s.

Sinds twee jaar ondersteunt Bears in Mind een project in de Republiek van Dagestan, uitgevoerd door een klein team verbonden aan de ‘Precaspian Institute of Biological Resources of the Daghestan Federal Research Centre of the Russian Academy of Sciences‘, ofwel Caspian Institute. Dagestan is een autonome republiek binnen de Russische Federatie, gesitueerd tussen de Kaukasus (Georgië en Azerbaijan) in het westen en de Kaspische Zee in het oosten. Het onderzoek vindt plaats in met name het bergachtige zuidwesten van Dagestan, een gebied van grofweg 3.500km2. Op diverse manieren zijn gegevens verzameld. Het veldwerk wordt o.a. gedaan middels het lopen van zogenaamde ‘line transects’. Deze methode wordt veel toegepast bij onderzoek naar de populatiedichtheid van grotere zoogdieren. Gedurende deze wandelingen let men op sporen van dieren in het veld zoals poep, krabsporen, pootafdrukken en prooiresten. Hiervan worden o.a. de GPS coördinaten vastgelegd, de datum, hoogte, hellingsgraad en positie, habitattype, vegetatie en afstand tot menselijke nederzettingen. En natuurlijk, in dit geval, de beren zelf en de afstand tot de waarnemer. Daarnaast zijn 4.000 interviews o.b.v. vragenlijsten over mens-beer conflicten verspreid onder o.a. jagers, boeren, boswachters en rangers. Het 3.500km2 onderzoeksgebied werd verdeeld in 14 segmenten met ieder een grid van 5x5km grootte. In iedere grid werd een cameraval geplaatst. Tussen april en september werden 285 foto’s gemaakt van bruine beren.

Om inzicht te krijgen in het dieet van beren in dit gebied, werden 17 mest-monsters verzameld. In het laboratorium worden vijf categorieën onderscheiden:

  • grassen en kruiden,
  • vruchten en bessen,
  • dennenappels en noten,
  • bijen, wormen en mieren,
  • rest – met name dierlijk materiaal: o.a. kleine zoogdieren, gedomesticeerde dieren en afval.

De resultaten van 2022 in ‘t kort
Het aantal beren in het onderzoeksgebied wordt geschat op 20 individuen. Een iets lager aantal dan een jaar eerder geschat. Het dieet van de bruine beren in Dagestan bestaat voor 79.5% uit plantaardig materiaal. 20.5% is dierlijk van oorsprong waarbij; 6.8% bijen en mieren, 13.7% kleine zoogdieren, gedomesticeerde dieren en afval.

Mens-beerconflicten werden het meest gemeld door herders, die in de lente en zomer- en herfstmaanden hun schapen of koeien in berengebied laten lopen. Er werden 171 gevallen gemeld van verlies van vee aan roofdieren. Beren waren in 39 gevallen de veroorzaker, tegen 102x de wolf. Jackhalzen doodden 14x een schaap of geit, de Euraziatische lynx 10x en de vos 6x. Een deel van het projectbudget van Bears in Mind is besteed aan de compensatie van diverse stuks vee bij verschillende boeren of herders in het gebied. Hiervoor werd 6x €100 voor een schaap betaald, 1x €200 voor een koe en 4x €200 voor een bijenstal.

Acht boeren hebben met hulp van het projectteam simpele elektrische hekwerken geplaatst. Daarnaast is lokale boeren uitgelegd hoe beren te verjagen met gebruik van vee-beschermingshonden, alarm, vuurwerk en berenspray. Ook hebben de lokaal opgezette anti-stroperij teams het druk gehad! In totaal werden dit jaar 75 stropers gearresteerd die illegaal wilde dieren aan het jagen waren. Dit resulteerde in 15 strafzaken, tevens werden 136 administratieve zaken geopend, 27 boetes uitgeschreven en 30 vuurwapens in beslag genomen. Helaas werden er drie stropers op heterdaad met gedode beren aangetroffen. Het positieve nieuws was dat er een 40% daling was ten opzichte van het jaar daarvoor – toen het project is gestart!

Educatieve activiteiten zijn een belangrijke component in dit project. Het beren-educatie programma bereikten 1.700 mensen; 1.000 leerlingen en 700 volwassenen. Er werden diverse excursies in het veld uitgevoerd, werden posters, lesboeken en pamfletten met berenfoto’s gebruikt in de klas. Diverse workshops zijn gehouden onder lokale gemeenschappen in berengebied. Hierbij werd uitgelegd wat het team doet en waarom dit belangrijk is. Ook werd informatie gegeven over de rol van roofdieren in de natuur, mogelijk gevaar voor vee, hoe te herkennen of vee is aangevallen of is gedood door roofdieren, hoe bijenkasten beter te beschermen tegen beren etc. En natuurlijk wat men moet doen als men een beer tegenkomt!

Partner organisatie Free the Bears (FTB) heeft een gloednieuw wildreservaat van 60 hectare ontwikkeld, met als doel de regering van Laos bij te staan een einde te maken aan de berengalindustrie en de illegale handel in bedreigde diersoorten. In het Luang Prabang Wildlife Sanctuary zal o.a. een speciale ‘Cub Nursery‘ en ‘Intensive Care Unit‘ voor verweesde berenwelpen zijn. Bears in Mind heeft FTB financieel geholpen bij de bouw van deze belangrijke faciliteiten. 

Om de capaciteit voor het huisvesten en grootbrengen van geredde berenwelpen te vergroten, heeft FTB een nieuwe Cub Nursery & Intensive Care Unit ontwikkeld in hun bestaande Luang Prabang Wildlife Sanctuary. Dit onderdeel van hun berenopvangcentrum is gebaseerd op de bestaande Cub Nursery in het FTB Cambodian Bear Sanctuary, welke sinds 2013 in gebruik is. Deze nieuwe faciliteit biedt hen de mogelijkheid om nog meer weesberenjongen te ontvangen en groot te brengen op een veilige locatie, weg van bezoekers en op de site die hoogstwaarschijnlijk het levenslange huis van de beren zal zijn.

De nieuwe gebouwen hebben o.a. overnachtingsmogelijkheden voor het personeel, waardoor de nachtelijke voedingen van hele jonge beertjes veel gemakkelijker is geworden. Daarnaast een schone en steriele omgeving voor voedselbereiding en dagelijkse verzorging van welpen. Een luchtbevochtiger die wordt gebruikt voor menselijke baby’s zal worden ingebouwd voor de kleinste welpjes – essentieel in Laos, waar de temperatuur ‘s nachts snel kan dalen. Ten slotte, naarmate de welpen ouder en onafhankelijker worden, zullen op maat gemaakte speelverblijven hen in staat stellen hun bewegingsvaardigheden te ontwikkelen, zonder het risico zichzelf te verwonden.

In 2021 was het IC- en welpenrevalidatiecentrum klaar voor ingebruikname!

Schade aan bijenkorven door beren is het meest voorkomende mens-beer conflict in Slowakije, verantwoordelijk voor 29% van alle uiteindelijke betaalde compensaties voor schade door beren in de periode 2005 tot 2016. Dit negatieve aspect van beren krijgt disproportioneel veel aandacht in de media, wat leidt tot een toename van angst voor beren en de roep tot een vermindering van het aantal beren aanwakkert. Er is een sterke behoefte om te laten zien dat er levensvatbare en effectieve alternatieven zijn voor het doden of opsluiten van beren die schade veroorzaken. Het algemene doel is een harmonieus samenleven van mensen en beren. Dat is hard nodig om het voorbestaan van beren in het door mensen gedomineerde Centraal Europa te garanderen.

De project activiteiten bestaan uit het installeren en onderhouden van hoogwaardige, beerbestendige elektrische afscheidingen en een onderzoek naar de ervaringen en houdingen van de imkers. Er zullen vijf afscheidingen worden geplaatst. Controle op beer-activiteit vindt plaats door middel van cameravallen, sporenonderzoek en gesprekken met de imkers. Onder de imkers wordt ook een enquête gehouden om beter te begrijpen welke problemen zij ondervinden.

Tussen 2008-2011 ondersteunde Bears in Mind het project “Let’s Meet and Protect Bears – the Symbol of BiH Forests”, gecoördineerd door Dr. Nasir Sinanovic van de Universiteit van Sarajevo. Het algemene doel van dit project was om bij het grote publiek een positief bewustzijn en begrip over wilde beren te creëren. Een educatie- en bewustwordingscampagne over de rol die beren als sleutelsoort vervullen in het ecosysteem moest hier verandering in brengen.

Het grootste probleem en de grootste uitdaging is dat er in die jaren heel weinig wetenschappelijke gegevens waren over wilde beren in BiH. Daarom vond Bears in Mind het belangrijk dat er een pilotstudie werd uitgevoerd en gegevens werden verzameld in een centrale en specifiek ingerichte database. Beren in gevangenschap werden ook geregistreerd in een speciale sectie. Er zijn verschillende informatiebronnen gebruikt en mensen benaderd die op de een of andere manier met beren te maken hadden (zogenaamde stakeholders): bosbeheerders, veehouders, imkers, NGO’s/GO’s, jagers, bergbeklimmersgroepen, toeristenorganisaties, maar ook mensen die in de buurt wonen van beren. Op deze manier kon een algemene schatting worden gemaakt van de omvang van de populatie beren die in BiH leven. Er is ook gedetailleerde informatie verzameld over mens-beerconflicten over beren die bijenkorven, boomgaarden en maisvelden plunderen. De volledige database heeft gediend als een solide basis voor het beheer van bruine beren in BiH.

Om de houding van mensen ten aanzien van beren te peilen, werd een uitgebreide survey gehouden onder een groep van ongeveer 3.000 mensen. De enquête bestond uit ongeveer 45 uiteenlopende vragen. Daarnaast werden vier workshops en twee ronde tafel bijeenkomsten georganiseerd worden (op diverse plekken in BiH) met als hoofdonderwerp hoe beren en mensen in harmonie naast elkaar kunnen leven. Tenslotte werden er diverse bijeenkomsten georganiseerd met overheidsfunctionarissen om de wet- en regelgeving ten aanzien van de bescherming van wilde beren, maar ook beren in gevangenschap (CITES, Animal Welfare Act), aan te scherpen.

In 2016 is Dr Sinanovic helaas komen te overlijden.

Het doel van dit project is om de basis (genetische variatie en structuur) te leggen van de Venezolaanse brilbeer populaties welke gebruikt kan worden voor het ontwikkelen van een beschermingsplan, voor de beer en zijn leefgebied. Om dit ultieme doel te bewerkstelligen heeft dit project diverse uitgangspunten:

  • Het achterhalen van genetische patronen in en tussen populaties (genetische variëteit en discontinuiteit);
  • Het vaststellen van het aantal en de verspreiding van unieke populaties (ESU’s);
  • Het onderzoeken van genetische patronen in relatie tot landschapskenmerken (topografie, habitat types, menselijke verstoring, grootte van habitat en afstand tussen habitat etc.).

De onderzoeksmethoden zijn verdeeld in drie fases: veldwerk/onderzoek, DNA microsatelliet analyse, en analyses van genetische variatie / geostatistiek in en tussen de populaties.

Het project heeft twee protocollen opgeleverd die het vermogen van de onderzoeksteams vergroten om haarmonsters in het veld te verzamelen en de kans op DNA-amplificatiesucces te vergroten tijdens het analyseren van de monsters in het laboratorium. Bovendien heeft de Venezolaanse overheid dit project en de ontwikkelde methodologieën als officieel programma overgenomen. De nieuwe “Monitoring van de Andes-berenpopulatie in het Venezolaanse Andes-programma” is een nationaal programma van het Ministerie van Milieu dat alle technieken en protocollen gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld. Daarnaast worden de technieken gebruikt in twee aanvullende projecten die zich richten op het onderzoeken en monitoren van brilberenpopulaties met behulp van dergelijke technieken.

Tijdens een eerdere studie in 2012-2013 heeft het onderzoeksteam met behulp van cameravallen het markeergedrag van brilberen nabij Sumaco Biosphere Reserve in Ecuador vastgelegd. Gedurende 306 zogenaamde cameravaldagen werden 22 video’s van tenminste acht verschillende individuen gemaakt. Naast de bevindingen werden er tijdens de pilot studie ook enkele belangrijke onderzoeksbehoeften geïdentificeerd.

  • Vooralsnog blijft het onduidelijk wat nu het exacte doel is van markeergedrag bij brilberen.
  • Er is weinig tot niets bekend over de status van de lokale beerpopulatie in het studiegebied. Betrouwbare gegevens hierover dienen verzameld te worden waardoor beslissingen over management m.b.t. bescherming van beren zorgvuldig genomen kunnen worden.
  • Er is er vrijwel niets bekend over specifieke kenmerken van markeerplekken (boomsoort, kenmerken van het terrein, ruimtelijke relatie tot beer-mens conflicten) van beren in het algemeen en brilberen in het bijzonder.

In het huidige project gaat het onderzoeksteam deze aspecten nader bekijken a.d.h.v. cameravallen en het in kaart brengen van berenspoordata (krabsporen, uitwerpselen, haarmonsters etc.) in twee gebieden in Ecuador (Province Napo in het noorden – onderzoeksgebied 1, Province Zamora Chinchipe in het zuiden – onderzoeksgebied 2) tussen 2016-2020. Daarnaast is het doel om een database aan te leggen van genetisch materiaal (haar en poep) van brilberen. Een dergelijke database is erg belangrijk voor zowel lokale als internationale onderzoeksdoeleinden (populatie genetica, isotoop analyses, vegetatie onderzoek etc.) en bevordert samenwerking tussen verschillende groepen. Daarnaast geven de video opnames van de cameravallen inzicht in bijzonder beergedrag, zelfs voor de wetenschap nieuw gedrag voor beren, waarbij de beer de specifieke markeerboom met zijn klauwen krabt en schuurt, waarna hij/zij de geur van de boom systematisch in de vacht van zijn kop wrijft. Meer over het gedrag volgt zodra dit verder door de onderzoekers geanalyseerd is. Hoe meer er over deze soort bekend wordt, hoe beter de brilbeer (en soorten in zijn directe leefgebied) effectief beschermd kunnen worden!

Dit project werd financieel ondersteund tussen 2005-2007. Een aantal lokale gidsen werd getraind om te paard omliggende dorpjes af te gaan en de boeren te interviewen. Op die manier inventariseerden zij het aantal aanvallen van een beer op vee. Er werd in dit project bewust gekozen voor lokale gidsen; zij kennen de boeren en dat maakt de kans op medewerking groter. Onderzoekers van buitenaf zouden veel meer moeite hebben om alle informatie boven tafel te halen. In totaal zijn in zeventien dorpjes 65 mensen geïnterviewd. Daaruit kwam naar voren dat er zich sinds 2000 slechts 83 incidenten met koeien hebben voorgedaan. Bij de helft hiervan gaat het om een aanval van een brilbeer, bij een derde van de gevallen zijn koeien verdwenen (waarschijnlijk gestolen) en in de overige gevallen zijn het ongelukken waarbij koeien bijvoorbeeld op de hellingen zijn uitgeleden en moesten worden afgemaakt. De beer is dus verantwoordelijk voor de helft van de slachtoffers. Gelukkig zijn de boeren in de meeste gevallen economisch niet afhankelijk van hun (kleine aantal) koeien, wat de schade uiteindelijk weer beperkt. Het totale aantal incidenten is niet hoog. Veel van de incidenten vinden plaats bij vee waar geen koeienhoeder bij is. Dat maakt het moeilijk om voldoende, goede informatie te verzamelen.

In Venezuela worden de gegevens gebruikt voor het opstellen van een nationaal beheersplan voor de brilbeer. Er is ook contact met omringende landen, waar men met dezelfde problemen kampt. Het is belangrijk om ervaringen te delen, aangezien de gevolgen van de conflicten er de afgelopen 30 jaar voor hebben gezorgd dat de berenpopulatie in Venezuela drastisch is afgenomen. In Ecuador werkt men aan een vergelijkbaar onderzoek.

Het doel van dit project is om de basis te leggen voor een wetenschappelijk onderbouwd beschermingsplan voor de Kamchatka bruine beer. Belangrijke aspecten van deze ondersoort die nog niet onderzocht zijn en waar dit project zich op zal richten zijn:

  • de genetische opbouw en diversiteit van de populatie, 
  • hoe beren omgaan met stress veroorzaakt door menselijke activiteiten en klimaatverandering in het gebied
  • wat de rol is van diverse voedselitems in het dieet van de beren in relatie tot de mate van stress
  • vergelijken van huidige bevindingen met resultaten van onderzoek uit 2002-2005 om zo een beeld te krijgen van de populatie
  • in kaart brengen van beer-mens conflicten en aandragen van oplossingen

Genetisch onderzoek zal gedaan worden door prikkeldraad rondom bomen te spannen om zo haar te verzamelen waar DNA uitgehaald wordt. Deze bomen worden zorgvuldig uitgezocht, het zijn namelijk zogenaamde ‘rub trees’ waar beren vaker gebruik van maken om hun geur achter te laten voor andere beren in hun territorium. Daarnaast worden gedragsobservaties gedaan en wordt het gebied uitvoerig in kaart gebracht (o.a. vegetatie, terrein, voedselvoorziening en menselijke verstoring). De mate van stress in beren wordt gemeten door het testen op aanwezigheid van bepaalde stoffen in de verzamelde haren. In het jaar dat het project door Bears in Mind gesteund werd, is de basis gelegd voor een langetermijnstudie naar bovenstaande aspecten. Helaas is er geen continueringsvoorstel door de onderzoekers ingediend en kon het project niet langer door ons ondersteund worden.

Het project wordt uitgevoerd door de Nepalese NGO ‘Green Governance Nepal’ (GGN). Het team zal de belangrijkste ‘spelers’ interviewen over Rode panda’s. Parkwachters, rangers, mensen die in de bufferzone werken van de betreffende nationale parken en conservation areas, maar ook boeren, herders, boswachters, leraren, monniken en wetshandhavers. De belangrijkste factoren die de verspreiding van Rode panda’s bepalen zijn de hoogte, vegetatie en de oriëntatie van een berghelling ten opzichte van de zon (in het Engels ‘aspect’ genaamd). Deze zullen in het studiegebied onderzocht worden, met name tussen de 2000-4000 meter. Uit de literatuur blijkt dat Rode panda’s in Nepal, India en Bhutan alleen voorkomen op deze hoogte. Er wordt een onderzoek naar habitatselectie gedaan en men kijkt naar sporen en poep. Uiteraard worden ook waarnemingen genoteerd. Er zal een gedetailleerde verspreidingskaart worden samengesteld, waarin ook data wordt meegenomen van eerder onderzoek in Nepal. Met behulp van de verspreidingskaart zullen (grote) lacunes in de verspreiding van Rode panda’s duidelijk worden, maar ook waar (mogelijke) corridors tussen beschermde gebieden zijn of gecreëerd kunnen worden. Daarnaast kunnen voorspellingen gedaan worden wat de effecten van klimaatsverandering zullen zijn, door de huidige data van de verspreiding van Rode panda’s te vergelijken met data van eerdere onderzoeken in Nepal.

Resultaten
Hoewel de Rode panda voor komt in subtropische en gematigde bossen tussen 2.800 – 4.000m hoogte waar bamboo groeit, gelijk aan het bovenbeschreven onderzoeksgebied in ANCA en KNP, is het team er niet in geslaagd om de aanwezigheid van de kleine panda’s aan te tonen / dan wel te bevestigen. Daartegenover staat dat de resultaten uit de interviews met verschillende groepen in ANCA de aanwezigheid van Rode panda’s weldegelijk bevestigden. Hier moeten wel kanttekeningen bij geplaatst worden omdat de kennis van Rode panda’s bij de lokale bevolking beperkt bleek. Vervolgonderzoek, o.a. met behulp van cameravallen, zal meer inzicht moeten geven in de aan-, dan wel afwezigheid van de soort in dit deel van Nepal.